Berichten

Oldambt en democratie – de rekenkamer

Inleiding
Het politieke bestuur in een gemeente is zodanig opgezet, dat de dagelijkse leiding in handen is van de burgemeester en wethouders (college van B & W). Daarnaast mag de gemeenteraad één keer in de maand over een beperkt aantal zaken beslissen, maar haar belangrijkste taak zou vooral het controleren van het college van B & W moeten zijn.

Deze opzet is in 2002 ingevoerd en wordt samen met diverse andere maatregelen dualisme genoemd.
Het is echter vooral een theoretisch model. In de praktijk gaan de coalitiepartijen, die de meerderheid hebben, vrijwel altijd akkoord met de voorstellen van hun eigen wethouders. Van controleren is geen sprake. Dat doet vooral de oppositie.


Rekenkamer
Gelukkig is er nog wel een ander controlerend orgaan, namelijk de rekenkamer. Dat is een onafhankelijke organisatie, die gevraagd of ongevraagd onderzoek doet naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid. Het gaat hierbij om de vraag of het geld van de gemeente zinnig, zuinig en zorgvuldig is besteed.

Sinds 2006 is het wettelijk verplicht dat iedere gemeente een rekenkamer heeft. Tot voor kort had de gemeente Oldambt die nog steeds niet.
Wel werd incidenteel een externe rekenkamer ingeschakeld voor een onderzoek. Zo werd de Ommelander Rekenkamer (samenwerking Veendam, Hoogezand en Oldambt) gevraagd vooraf de plannen van de Klinkernieuwbouw te beoordelen. Het resultaat was een kritisch eindrapport waar een raadsmeerderheid zich echter niets van heeft aangetrokken. [Klinkerartikel hier].

Bij het nog te bouwen gemeentehuis vindt een raadsmeerderheid het niet eens nodig om de rekenkamer vooraf in te schakelen. Dat kan volgens sommige partijen altijd nog achteraf. [Gemeentehuis sloop/nieuwbouw. De verantwoordelijken, deel 1-2 ]

Ondanks deze duidelijke weerzin heeft de gemeenteraad op 28 februari 2022 alsnog een rekenkamer geïnstalleerd.
Maar helaas en niet verrassend is het een halfbakken rekenkamer geworden, die sinds 1 januari 2023 ook niet meer rechtsgeldig is. Daarover straks meer.


Rekenkamercommissie of rekenkamer?
Wat betreft de opzet konden gemeenten kiezen uit twee mogelijkheden.

  1. Een echte rekenkamer die volledig onafhankelijk is en waar dus ook geen politici in zitting mogen nemen.
  2. Een rekenkamercommissie waarbij de politiek zich op allerlei manieren met de opzet mag bemoeien.

Aangezien de landelijke overheid achteraf wel inzag, dat optie 2 toch niet zo’n goed idee was, gaat deze verdwijnen. Het wetsvoorstel lag sinds 2019 bij de Tweede Kamer, maar was door allerlei landelijke politieke perikelen als demissionair kabinet en verkiezingen nog niet aangenomen. Wel is een document opgesteld met voorbeelden hoe gemeenten kunnen inspelen op de komende wetswijziging. Dat is “Inspiratiedocument” genoemd en liefhebbers kunnen het [hier] lezen.


Oldambtster rekenkamer
Ondanks de aangekondigde wetswijziging heeft de gemeenteraad in februari 2022 toch gekozen voor een rekenkamercommissie. Op dat moment kon men niet weten dat de wet op 16 november 2022 zou worden aangenomen en per 1 januari 2023 zou ingaan. [Wetsbesluit hier] Betekent dat het hele circus van het opzetten van een rekenkamer nog eens moet worden overgedaan.

De belangrijkste reden om toch te kiezen voor een rekenkamercommissie is dat raadsleden zich maximaal kunnen bemoeien met de opzet en inhoud van het orgaan. De verschillen staan [hier].


Onafhankelijkheid rekenkamercommissie
In de rekenkamercommissie die Oldambt gekozen heeft, mogen ook raadsleden zitting nemen. Daar heeft men echter van afgezien. Niet omdat de raad vindt dat er sprake zou zijn van belangenverstrengeling, maar met het oog op de te verwachten wetswijziging die dat gaat verbieden!

De gemeenteraad wil echter hoe dan ook een vinger in de pap hebben. Vandaar dat in het Oldambtster rekenkamercommissie-reglement [document hier] een aantal bijzondere bepalingen staan, die het de gemeenteraad mogelijk maakt zich met een onderzoek te bemoeien. De drie belangrijkste bepalingen staan hieronder vermeld. Het in mijn ogen “gevaarlijkste” deel heb ik rood gekleurd.

Het belangrijkste beinvloedingsinstrument is de zogenaamde Raadsklankbordgroep.

Citaat 1 uit reglement:

Artikel 4 Raadsklankbordgroep

1. De raad wijst uit zijn midden een raadsklankbordgroep van vier raadsleden aan die namens de raad contacten onderhoudt met de rekenkamercommissie.
2. Tot de taken van de raadsklankbordgroep behoren in ieder geval:
a. het tenminste 3 keer per jaar voeren van overleg met de rekenkamercommissie om daarbij input te leveren voor, reflectie te geven op en advies te geven aan de rekenkamercommissie.
b. het, ingeval van vacatures, aanbevelen van kandidaten voor het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.
3. Tot de in lid 2 onder a van dit artikel genoemde input behoort het namens de raad aandragen van suggesties voor onderzoek door de rekenkamercommissie.

Deze constructie laat zien dat onafhankelijkheid een wassen neus is.

Een ander belangrijk punt is de wijze waarop een onderzoek wordt uitgevoerd.
Citaat 2 uit reglement:

Artikel 10 Werkwijze

1. De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar werkzaamheden en
vergaderingen vast. Het reglement wordt ter kennis gebracht van de raad.
2. De rekenkamercommissie stelt een onderzoeksprotocol vast en brengt dit ter kennis van de raad en het college van burgemeester en wethouders.
3. De rekenkamercommissie besteedt het onderzoek – met inachtneming van het beschikbare budget – uit aan externe bureaus.
4. De rekenkamercommissie brengt van ieder onderzoek een eindrapportage met conclusies en aanbevelingen uit aan de raad.
5. De rekenkamercommissie stelt voor haar activiteiten een jaarplan op en maakt tevens een jaarverslag. Deze worden met de raadsklankbordgroep besproken en aan de raad aangeboden.
6. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid. De rapporten zijn openbaar.

De gemeenteraad heeft bepaald, dat vanwege de onafhankelijkheid een extern bureau moet worden ingehuurd. Maar waarom zou een onafhankelijke rekenkamercommissie een onafhankelijk bureau moeten inhuren voor het schrijven van een rapport? Dat is stapelen van onafhankelijkheid. Daarnaast kun je vraagtekens stellen bij de onafhankelijkheid van een extern bureau.

En wat te denken van de financiële kant aan de zaak? Het budget van de rekenkamercommissie is niet groot. Ca 40.000 euro (streefbedrag is 1 euro per inwoner). Het inhuren van een extern bureau bovenop de kosten van de commissie zelf, kost extra geld. Een groot onderzoek kost volgens de gemeente zeker Eu 25.000,-. Dat ben je wel heel snel door het budget heen en kunnen er maar weinig onderzoeken worden opgestart.

Misschien ben ik enigszins wantrouwig ingesteld, maar gezien de weerstand bij een deel van de Oldambtster politiek tegen een rekenkamer, is dit een perfect middel om het aantal onderzoeken te beperken.

Citaat 3 uit reglement:

Artikel 5 Ambtelijk secretaris

1. Er is een ambtelijk secretaris die belast is met de administratieve ondersteuning van de
rekenkamercommissie.
2. De secretaris wordt organisatorisch ondergebracht bij de griffie.
3. De secretaris legt verantwoording over zijn werkzaamheden af aan de rekenkamercommissie.

Niet iedereen weet misschien wat de griffie doet. Daarom [hier] een korte uitleg.

Op papier is de griffie onafhankelijk, maar de gemeenteraad benoemt de baas van de griffie, de griffier. De rekenkamercommissie kan soms onderzoek doen naar besluiten van diezelfde gemeenteraad. Dat de griffie vervolgens voor beide partijen werkt, lijkt me strijdig met de onafhankelijkheid.

Ook onderzoekt de rekenkamercommissie besluiten van het college van burgemeester en wethouders. Diezelfde burgemeester is daarnaast voorzitter van de gemeenteraad. In die hoedanigheid wordt de burgemeester ondersteunt door de griffie. Ook hier is geen sprake van onafhankelijkheid.


Leden rekenkamercommissie
De rekenkamercommissie die op 28 februari 2022 is geïnstalleerd, bestaat uit drie personen, namelijk mevrouw Ilse de Haan en de heren Thijs de Zee en Elias de Haan (voorzitter).

Het lidmaatschap is overigens geen fulltime baan. De leden doen het werk erbij naast hun gewone baan.

Voorzitter Elias de Haan was in de jaren 90 wethouder namens D66 in Hoogezand-Sappemeer. Hij heeft vervolgens in zijn carrière diverse rekenkamerfuncties bekleedt (Almelo, Bedum, Hoogeveen, Oostzaan) en was jarenlang bestuurslid van de vereniging van rekenkamers en rekenkamercommissies.
Daarnaast is hij werkzaam bij STiBaBo. Dat is een adviesbureau voor overheden en non-profitorganisaties. Ook runt hij nog een eigen adviesbureau, dat zo’n beetje hetzelfde doet.

Ilse de Haan is in het dagelijkse leven onder andere werkzaam als plaatsvervangend raadsgriffier in de gemeente Westerkwartier. Net als Elias de Haan heeft zij ook een adviesbureau en wel voor provincies en gemeenten.

Het derde lid, Thijs de Zee, is werkzaam als trainee raadsgriffier (werken en opleiding volgen) bij de gemeente Westerkwartier. Daar werkt ook de hierboven genoemde Ilse de Haan. Ben benieuwd of hun bureaus naast elkaar staan.

Wanneer je een eigen adviesbureau voor overheden hebt, zoals de beide De Hanen, is het rekenkamerlidmaatschap natuurlijk een geweldige manier om bij een gemeente in beeld te komen voor de grotere klussen. (Als het lidmaatschap is afgelopen.)

Het woord “rekenkamer” suggereert, dat het vooral onderzoek doet naar de financiële kant van besluiten en projecten. Dan zou een financiële achtergrond bij minstens één van de leden toch wel gewenst zijn. Helaas is dat niet het geval.
De beide De Hanen hebben een opleiding bestuurskunde gevolgd en De Zee heeft op universitair niveau Duits en internationale betrekkingen gestudeerd.

Het zijn alle drie professionele vergadertijgers, zoals we die tegenwoordig bijna uitsluitend onder politici en in de ambtelijke wereld aantreffen. Altijd handig als je onder elkaar dezelfde taal spreekt.


Conclusie
Op deze website zijn al eerder vraagtekens geplaatst bij het democratische gehalte van de gemeente Oldambt. Het gaat om de artikelen [“Hoe democratisch is Oldambt?”] en [“Oldambt en Democratie – de gemeentesecretaris“].
De foute opzet van de rekenkamer sluit hier naadloos op aan. Dat de wetswijziging van 1 januari 2023 de gemeente tot de orde roept, maakt dit artikel zeker niet overbodig, maar het geeft juist een aardige inkijk in de denkwereld van de Oldambtster politiek.

De keuze voor een rekenkamercommissie in plaats van een onafhankelijke rekenkamer is gezien de wetswijziging al ronduit kortzichtig (eufemisme), maar het reglement is zondermeer boosaardig.
Dat een gemeenteraad het controleren van haar eigen controleur normaal vindt, is vanuit democratisch oogpunt gezien een beschamende vertoning.

De door de Oldambtster politiek gekozen opzet is al ernstig genoeg, maar dat de leden van de rekenkamercommissie zich kunnen vinden in een reglement dat hun allerlei beperkingen oplegt, is werkelijk diep triest. Het roept twijfels op over hun integriteit en het uiteindelijk resultaat van hun onderzoeken.

Dat twee leden (Ilse de Haan en Thijs de Zee) in het dagelijkse leven collega’s zijn bij dezelfde gemeente (Westerkwartier) is voor de onafhankelijk van de commissie ook al geen positief punt.

Daarnaast hebben twee van de commissieleden (Ilse en Elias de Haan) een eigen adviesbureau. Financieel gezien levert het lidmaatschap niet veel op. Is dit een manier op een voet tussen de deur te krijgen bij een gemeente voor toekomstige, grotere adviesklussen?

Als de leden van de rekenkamercommissie een klein beetje eergevoel in hun lijf hebben, stappen zij zo snel mogelijk op.

De Oldambtster werkgroep bestaande uit de raadsleden Tim van Bostelen (CDA), Ger Klein (Gemeentebelangen) en Harold de Groot (VVD) en griffier Jelte van der Meer hebben de gemeente Oldambt een slechte dienst bewezen met hun voorstel voor de opzet en leden van de huidige rekenkamercommissie.

Nu de wetswijziging die de opzet van de Oldambtster rekenkamercommissie verbiedt per 1 januari 2023 van kracht is geworden, heeft de gemeente 1 jaar de tijd om alsnog een echte rekenkamer op te zetten. De foute versie is uiteindelijk verspilling van geld en mankracht. Misschien wel een mooi onderwerp voor een onderzoek van de rekenkamer.


Hoe dan wel?
Een doeltreffende oplossing is het instellen van een echte, onafhankelijke rekenkamer die voor meerdere gemeenten werkt. Door de budgetten van de verschillende gemeenten samen te voegen, ontstaat er financieel zoveel ruimte dat de leden van de rekenkamer een fulltime baan kan worden aangeboden.

Dat gebeurt al in Rotterdam waar wordt samengewerkt met de gemeenten Barendrecht, Lansingerland, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Albrandswaard.
Ook de gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren zijn een samenwerkingsverband aangegaan.


Naschrift 10 februari 2023
Per 2 februari 2023 maakt mevrouw Ilse de Haan geen deel meer uit van de Oldambtster rekenkamercommissie.
Zij heeft een nieuwe baan aanvaard bij BAN personeelsdiensten in Assen, die zich volgens haar lastig laat combineren met het werk voor de Rekenkamercommissie

Naschrift 23 juli 2023
Per 12 juli 2023 is mevrouw Claudia Heijnen benoemd tot opvolgster van bovengenoemde Ilse de Haan. Zij is sinds januari 2022 werkzaam als coördinator “Financial Control” bij de gemeente Assen. Waarom een Nederlandse gemeente een dergelijke malle Engelstalige functie-omschrijving gebruikt, ontgaat mij. Komt er in ieder geval op neer, dat zij de uitgaven en inkomsten van verschillende afdelingen in de gaten moet houden.
T.o.v. de andere twee leden van de Rekenkamercommissie heeft zij wel een financiële opleiding. Wat dat aangaat, lijkt zij een vakbekwame dame en een aanwinst voor de commissie. Maar, eigenlijk is zij dermate overgekwalificeerd voor de functie, dat ik mij afvraag waarom zij daar in zitting heeft genomen.

 

Oldambtster politiek draait door – reactie op ingezonden brief Albert Kuiper

Aanleiding voor dit artikel was een ingezonden brief in het Dagblad van het Noorden van 15 november 2021 van Albert Kuiper, kandidaat-raadslid namens Gemeentebelangen Oldambt.

Geachte heer Kuiper, beste Albert,

Via een opiniestuk in de krant [brief hier] meende u de houding van een deel van de Oldambtster politiek te moeten bekritiseren die niet wil meewerken aan bezuinigingen en lastenverzwaringen in de begroting voor het komende jaar. Ook het niet aandragen van alternatieven is u een doorn in het oog. Ik heb me zeer verbaasd over het stuk en wil daar graag als burger op reageren. Even voor alle duidelijkheid, ik verdedig niet de oppositie. Die is mondig genoeg om dat zelf te doen.


Voorgeschiedenis
Eerst terug naar 3 september 2019. Toen maakte de SP bekend niet langer deel te willen uitmaken van de coalitie bestaande uit PvdA, PvhN, SP en VVD, die vanaf 2018 de gemeente bestuurde. (Dat deden zij eigenlijk al vanaf 2014, maar in 2018 werd het CDA ingeruild voor de VVD.)
Betekende ook het stoppen van SP-wethouder, Kees Swagerman, die o.a. financiën in de portefeuille had.


Halte 7
Aangezien het niet mogelijk bleek de SP te vervangen, werd een “list” verzonnen, namelijk de oppositie mee laten “regeren” onder het mom van “zware tijden, dus samen de schouders er onder”. Dat tijdelijke samenwerkingsverband werd “Halte 7” genoemd. Het getal slaat op het aantal partijen dat meedoet. (PvdA, PvhN, VVD en oppositie CDA, CU, D66, GemeenteBelangen. De raadszaal heet “Halte Democratie”.)

Het is ongelofelijk dat een deel van de oppositie zich zo heeft laten inpakken. Als er genoeg geld is, hebben de coalitiepartijen geen boodschap aan de oppositie, maar als het slecht gaat, mag je wel komen opdraven. Hoe wil je dat eigenlijk verkopen aan de achterban bij de komende verkiezingen?
Voor de kiezer wordt het zo wel erg moeilijk om een keus te maken als het onderscheidend vermogen ontbreekt.

Dat GemeenteBelangen meedenkt, heeft natuurlijk ook te maken met de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. Het opiniestuk lijkt haast een boodschap naar de coalitiepartijen in de zin van “kijk eens hoe goed wij ons best hebben gedaan om constructief samen te werken. Als potentiële coalitiepartner zijn we betrouwbaar.”

Als het niet meer mogelijk is om een coalitie te vormen, is in mijn ogen staatsrechtelijk gezien de enige juiste oplossing het houden van nieuwe verkiezingen. Dan kan iedere partij de kiezer recht in de ogen kijken. Dat het wettelijk niet kan, doet nu even niet ter zake.


Belangrijkste reden bezuinigingen
Dat meedenken over bezuinigingen (met een bespottelijk eufemisme “herstelplan” genoemd) klinkt mooi, maar gaat voorbij aan de belangrijkste oorzaak van het tekort aan geld, namelijk de jeugdzorg. Inmiddels hebben meerdere onderzoeken van diverse rekenkamers zoals van de gemeente Zaanstad en onderzoeksplatform Follow the Money aangetoond, dat het tekort vooral veroorzaakt wordt door de gebrekkige organisatie van gemeenten zelf. Ik heb dat in een BOB-artikel (2019 – Waar is Bard Boon?) al eens aangestipt.
Is daar iets mee gedaan? Nee. Heeft iemand van de “Halte 7”-club suggesties aangedragen? Nee.
De gemeente Midden-Groningen doet wel serieuze pogingen om de interne problemen aan te pakken en heeft op die manier al miljoenen bespaard onder leiding van nota bene een SP-wethouder.


Principes
Dat een deel van de oppositie (VCP, Factor2020, SP, Oldambt Actief) niet wil bezuinigen op voor hen onbespreekbare onderwerpen als WMO en Jeugdzorg, laat zien dat zij staan voor hun principes. Dat deze partijen de begroting voor 2022 daarom niet steunen, wil nog niet zeggen dat men met alternatieven moet komen. Met hun voorstellen wordt zelden iets gedaan, dus waarom daar dan veel tijd in steken. Gemakkelijk? Nee, betekent alleen dat de coalitie met andere voorstellen moet komen. Of de standpunten van deze oppositiepartijen verstandig zijn, is een ander verhaal.
Ik denk van niet. Daar waar de problemen zijn, moet je ze oplossen zoals hierboven al is aangegeven.


Slecht geheugen
Een algemeen probleem van politici is een selectief geheugen. Daar heeft u, meneer Kuiper, aan het begin van uw politieke carrière nu al last van.

Citaat: 
Maar als je je niet in de voorgestelde bezuinigingen en lastenverzwaringen kunt vinden dan heb je, vind ik, de plicht om met andere oplossingen te komen. Die bleven echter uit. Ja, de betreffende partijen wilden de sleutel bij de provincie of het rijk inleveren. Maar daar los je niks mee op. De regie en sturing op de financiën uit handen geven, levert je slechts een brevet van onvermogen op.

Blijkbaar bent u vergeten dat uw eigen partij al eens heeft voorgesteld een onderzoek in te stellen naar de gevolgen van de artikel 12-status voor Oldambt. (bron: DvhN 6 sept 2019)


Nog even over “Halte 7”
Aan het begin van dit artikel is het samenwerkingsverband “Halte 7” kort genoemd. Er is een document opgesteld [link hier], waarin staat beschreven wat de “Magnificent 7” allemaal gaan doen om de gemeente financieel gezond te maken. Gezien het ronkende taalgebruik lijkt de auteur dezelfde die ook het coalitieakkoord “Anders maken we samen” in 2018 heeft geschreven [link]. Het moet haast wel iemand zijn die in het dagelijkse leven ambtenaar is, want geen enkele burger gebruikt dergelijke woorden.
Het is mij volstrekt onduidelijk voor wie dergelijke documenten worden geschreven. Het grootste deel van de kiezers zal het niet lezen en zeker niet begrijpen. Degene die het wel snapt, zal het lachend aan de kant gooien vanwege de vele nietszeggende blabla. Een paar voorbeelden.

Citaat 1
” We zetten een heldere koers uit. Er is duurzaamheid in besluitvorming.”

De 2e zin logenstraft gelijk de eerste. Wat is in vredesnaam “duurzaamheid in besluitvorming”?

 

Citaat 2
“Het transformatieproces monitoren op integraliteit, aanpak, effecten van investeringen op de kwaliteit en financiën.”

Waar gaat dit over?

 

Citaat 3
“Ontschotting in het sociaal domein en visie en sturing op een integrale aanpak van de ketenpartners (welzijn, zorg, onderwijs en arbeidsmarkt)”

Veel lezers zullen bij het lezen van dergelijke, lieve woorden vermoedelijk spontaan beginnen te huilen.

 

Geachte heer Kuiper en overige dames en heren politici. Dat u akkoord bent gegaan met een document waarin onder andere bovenstaande citaten staan, laat zien dat u werkelijk in een eigen bubbel leeft. Er wordt vaker geschreven dat de kloof tussen politiek en burger steeds groter wordt, maar dit is geen kloof meer. U bent ronduit wereldvreemd en een gevaar voor het welzijn van de burgers in de gemeente Oldambt.

Om u terug te krijgen in de normale wereld, zou ik dan ook willen voorstellen om u op te sluiten in uw eigen “vergaderhok” en de deur dicht te spijkeren. De kachel gaat uit en na een week kom ik wel eens informeren of u weer bij zinnen bent. Misschien willen de niet-“Halte 7” partijen wel zo vriendelijk en coöperatief zijn om u in die periode wat eten te brengen.

Oldambt en Democratie. De gemeentesecretaris

Inleiding

Dit stuk maakte oorspronkelijk deel uit van het nog te verschijnen artikel “Gemeentehuis – sloop/nieuwbouw – de verantwoordelijken”.
Daar is eerder al een stuk uitgehaald en gepubliceerd onder de titel “Hoe democratisch is de gemeente Oldambt?” [link]. Ook dit artikel heeft “democratie” als onderwerp en dan nogmaals het gebrek daaraan.

De spil in dit verhaal is gemeentesecretaris Herman Groothuis. Hij dook in het vorige democratie-artikel ook al op. Maar er valt nog wel wat meer te vertellen.


Waar ligt de macht in de gemeente? (De echte “bazen”)

De werkelijke macht in de gemeente ligt gedeeltelijk bij de politiek, maar vooral bij de 4 hoogste ambtenaren. Te weten de 3 sectordirecteuren en de gemeentesecretaris. De sectordirecteuren fungeren ook nog eens als loco-secretaris.
De wethouders leunen zwaar op de kennis van deze mensen. Politici komen en gaan, maar de ambtenaren blijven zitten.

Wat betreft de sectordirecteuren gaat het om de volgende 3 personen:

  • Harry Wieringa – afdeling Maatschappelijke zaken (o.a. uitkeringen)
  • Anton Saman   – afdeling Ruimtelijke Zaken (o.a. bouwen en slopen)
  • Geert Heiminge – afdeling Publiekszaken (personeelszaken, financien)

Voor een gezond werkklimaat is het belangrijk dat de 3 directeuren + gemeentesecretaris onafhankelijk van elkaar opereren.  “Vriendjes zijn” in de ambtelijke top lijkt mij tamelijk ongezond, omdat het een kritische houding en discussie over onderwerpen in de weg kan staan. Voorkomt ook het gezamenlijk “sturen” van een democratisch orgaan als de gemeenteraad.

Dat “sturen” valt heel duidelijk op bij het sloop/nieuwbouwplan van het gemeentehuis. Vanuit de politiek zijn er gezien de grootte van het project meerdere wethouders (Wünker en voorheen Swagerman) bij betrokken.
Daarnaast bemoeit gemeentesecretaris Herman Groothuis zich intensief met het project. Was bij de bouw van de nieuwe Klinker ook het geval.

Het voorstel naar de gemeenteraad toe is geschreven door sectordirecteur bouwen/slopen Anton Saman. Dat klinkt logisch.
Een andere sectordirecteur, Geert Heiminge, is ook al langere tijd bij het project betrokken. Dat is niet logisch, want Heiminge heeft niks met bouwen of slopen te maken.
Wel met financiën, maar dat geldt voor alle projecten. Dan zou hij overal bij betrokken kunnen worden.

Toch is hij blijkbaar goed op de hoogte van details. Op 18 juli 2018 schreef Groothuis een brief waarin stond, dat raadsleden voor vragen bij Heiminge konden aankloppen. [Poort van Winschoten – Raadsbrief 2018-07-18.pdf]

Maar Heiminge’s naam duikt vaker op. Naar aanleiding van een kritisch verhaal op BOB over het nieuwbouwplan en voorstel in de media over ’t Rond als gemeentehuis stelde de Partij voor het Noorden vragen aan het college van B & W. Die werden schriftelijk beantwoord door gemeentesecretaris Groothuis. In het document stond echter duidelijk de naam van Heiminge. (Brief [hier]. Kijk onder “eigenschappen”.)

Het lijkt bijzonder dat een sectordirecteur van de afdeling publiekszaken zich met bouwzaken bemoeid, maar als je naar het carrièreoverzicht van beide heren kijkt, is dat niet zo verwonderlijk. Beide kunnen al tientallen jaren goed met elkaar overweg.


Parallelle carrières

Dat de carrière van Groothuis en Heiminge aardig parallel loopt, is hieronder duidelijk te zien.

PeriodeFunctie/gemeente (carrière Herman Groothuis)
1999-2003IND (onderdeel COA) adjunct-directeur Noord-Oost
2002-2006? Ten Boer raadslid PvdA
2003-2008Eemsmond gemeentescretaris
jan. 2009-jun. 2020Oldambt gemeentesecretaris (vanaf 1-7-2020 met pensioen)
PeriodeFunctie/gemeente (carrière Geert Heiminge)
....... -2002Vlagtwedde hoofd bestuurszaken
2002-2009 Ten Boer gemeentesecretaris
okt. 2009-hedenOldambt manager/ sectordirecteur publiekszaken

Van 1999 tot 2003 werkte Groothuis bij het IND (Immigratie en Naturalisatie Dienst). Dat is een onderdeel van het COA en die zorgt weer voor asielcentra (AZC’s). Groothuis was o.a. verantwoordelijk voor de bouw van het Aanmeldcentrum in Ter Apel. In die tijd werkte Heiminge bij de gemeente Vlagtwedde en daar viel ook Ter Apel onder.

De volgende stap in de carrière van Heiminge was gemeentesecretaris van Ten Boer. Daar kwam hij Groothuis weer tegen. Dit keer als raadslid namens de PvdA. Groothuis was toen zelf ook al beroepshalve gemeentesecretaris en wel in de gemeente Eemsmond. Dat is een buurgemeente van Ten Boer. Met zoveel raakvlakken heb je een hoop onderwerpen om over te praten.

In januari 2009 werd Groothuis gemeentesecretaris in Oldambt. Tien maanden later kon Heiminge ook aan de slag bij de gemeente Oldambt.

Herman Groothuis

Geert Heiminge

Het hebben van een netwerk is altijd handig. Zeker wanneer je zoals Groothuis bij een landelijke club als de IND gewerkt hebt. In 2015 werd de gemeente Oldambt overvallen met de vraag om een AZC te realiseren. Het werd ook gelijk één van de grootste (1000 personen) in het Noorden. Toeval?

Nog een aardig detail. Van 2018-2019 was mevrouw Rika Pot (PvdA) waarnemend burgemeester van Oldambt. Tussen 2002-2009 was ze burgemeester van Ten Boer. Uitgerekend in die periode was Heiminge daar gemeentesecretaris en zat Groothuis namens de PvdA in de gemeenteraad. Mevrouw Pot is overigens een gedreven, bekwame bestuurder. Daar kan ik niks verkeerds over zeggen.

Groothuis is een netwerker pur sang. Hij duikt overal op. In de landelijke vereniging van gemeentesecretarissen is hij algemeen bestuurslid. Bij de gemeenteraadsverkiezingen 2018 van de stad Groningen zat hij in de commissie die de PvdA-kandidatenlijst samenstelde.


Tot slot

Groothuis zit als gemeentesecretaris in allerlei overlegorganen. In het artikel “Hoe democratisch is Oldambt?” [link] schreef ik dat hij ook mede de agenda van de gemeenteraad bepaalt. In de begeleidingscommissie die onderzoekt hoe democratisch de gemeente Oldambt is, duikt hij ook weer op.
Ook mag hij op verzoek aanschuiven bij de besloten vergaderingen van de fractievoorzitters van de Oldambtster politieke partijen (het zogenaamde seniorenconvent).

Het deel uitmaken van allerlei commissies is een probleem wat al vele jaren speelt. In 2010 trok de VCP in mijn ogen terecht aan de bel over Groothuis deelname aan de vertrouwenscommissie voor een nieuwe burgemeester. Dagblad [hier] en [hier].

Ondank de kritische woorden van hoogleraar staatsrecht Elzinga, vonden waarnemend PvdA-burgemeester Martin Zijlstra en PvdA-Commisaris van de Koningin Max van den Berg het geen probleem dat PvdA-gemeentesecretaris Groothuis in deze commissie zat.

Dat het gros van de Oldambtster politiek dit allemaal heel normaal vindt, geeft wel te denken.

Het zou uit democratisch oogpunt een goede zaak zijn om een ambtenaar als Groothuis uit allerlei politieke commissies te weren.  Op 1 juli 2020 gaat hij met pensioen. Dat is een goed moment  om de functieomschrijving van de nieuwe gemeentesecretaris zodanig aan te passen, dat de hier omschreven on-democratische constructies niet meer mogelijk zijn.

Het klinkt leuk om de burger mee te willen laten praten onder het mom van democratie, maar pas in vredesnaam eerst je eigen interne, rotte democratische structuren aan.

Nog even voor alle duidelijkheid. Het gaat hier niet om de kwaliteiten van de genoemde ambtenaren, maar de ongewenste verbanden.


Naschrift

Dit artikel riep bij enkele mensen zoveel boosheid op, dat enkele dagen na publicatie de complete BOB-website werd gehackt en alle data gewist. Het was een domme actie, want op allerlei plekken in de wereld liggen back-ups van de site. Een dag later was de website dan ook weer terug.

Moet eerlijk bekennen dat het hacken van de website ook niet echt moeilijk was. Inloggen gebeurde met een simpel wachtwoord. Bij de start van BOB had ik het te druk met artikelen schrijven en is er onvoldoende aandacht besteed aan de veiligheid van de site. Dat is inmiddels aangepast.

Interessant is wie achter de hack zat.
Het artikel werd op zaterdagavond 2 mei geplaatst en ondanks het relatief late tijdstip nog door honderden mensen gelezen. De maandag en dinsdag vielen op 4 en 5 mei. Voor veel werkenden (waaronder de meeste ambtenaren) waren dat vrije dagen. De eerstvolgende werkdag (6 mei) werd de website tussen 8 en 12 uur ’s morgens volledig gewist.

Het lijkt er op dat de hack dan ook is uitgevoerd door een ambtelijke organisatie. Ik vermoed zelfs, dat de dader een vrouw is. Bewijzen kan ik het niet, maar alles wijst wel in die richting. Het hacken op zich is al een trieste zaak, maar dat de betreffende persoon misbruik heeft gemaakt van de facilliteiten van de overheidsorganisatie waarvoor zij werkzaam is, maakt het nog een graadje erger.

 

 

Hoe democratisch is Oldambt?

In juni 2019 heeft de gemeenteraad besloten dat inwoners meer zouden mogen meepraten over het gemeentelijk beleid.
Ter voorbereiding gaat de gemeente eerst onderzoeken hoe democratisch zij eigenlijk zelf is. Denk hierbij aan vragen als: hoe worden besluiten genomen en uitgevoerd? Is daar draagvlak voor en kunnen inwoners meedenken, meebeslissen of zelfs meewerken als zij dat willen?
Dat onderzoek wordt een zogenaamde Quick Scan Lokale Democratie genoemd. Dat hoeft de gemeente niet zelf op te zetten, maar wordt aangeleverd door een organisatie bestaande uit o.a. de landelijke overheid en de vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG).
Kost dat ook geld? In principe wel, maar het is gratis voor de eerste 100 gemeenten die zich aanmelden inclusief ondersteuning van een adviseur.

Die Quick Scan is overigens niets anders dan een online vragenlijst voor burgers en ambtenaren waar “automatisch” een rapport uitrolt.  Die vragenlijst kon tot 7 februari 2020 ingevuld worden.


Burgers en ambtenaren

Dat burgers hun mening kunnen geven, klinkt logisch. Zij hebben immers de gemeenteraad gekozen en hebben direct te maken met het gemeentelijk beleid. Waarom ook ambtenaren moeten aangeven wat zij van de lokale democratie vinden, ontgaat mij volledig. Zij hebben voornamelijk een dienende functie waarbij het begrip democratie helemaal niet aan de orde is. Het belangrijkste wat ambtenaren moeten doen, is zich dienstbaar opstellen richting de burger. Ambtenaren denken nu te vaak dat de burger er voor hen is. Het is echter juist andersom. Die mentaliteit moet veranderen. Met democratie heeft dat niks te maken.

Het begrip democratie wordt overigens door de gemeente wel heel ruim gezien. Het geven van subsidie aan een burger die een goed idee heeft, valt daar volgens burgemeester Sikkema ook onder. [Link uitspraak burgemeester]. Misschien niet verkeerd als de gemeente nog eens de letterlijke betekenis van het woord democratie opzoekt. Hier alvast een voorzet:

Democratie is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening. Men onderscheidt directe democratie, waarin burgers persoonlijk stemmen over wetten, besluiten en benoemingen, en indirecte, waarin het volk zich laat vertegenwoordigen door een gekozen orgaan, zoals een raad of parlement.
(bron: wikipedia)


De onvermijdelijke commissie

Uiteraard wordt een begeleidingscommissie ingesteld. Wie zitten daar in?
1 – Namens het college van B & W

  • Cora-Yfke Sikkema (burgemeester)
  • Herman Groothuis (gemeentesecretaris)

2 – Namens de gemeenteraad (2-3 personen)

  • benoeming volgt nog

3 – Namens het ambtelijk apparaat

  • Jelte van der Meer (raadsgriffier)
  • Jannie Rijkaart (ambtenaar)
  • Bram van der Rest (ambtenaar)

4 – enkele inwoners (1-3)

  • benoeming volgt nog

De inwoners zouden volgens het voorstel gerekruteerd kunnen worden via de gebiedsregisseurs (ambtelijk contactpersoon tussen gemeente en een woongebied).
Dat lijkt mij niet verstandig, want er wordt gekozen uit een groep inwoners die al meer dan gemiddeld betrokken is bij het contact met de gemeente. Het heeft een hoog ons-kent-ons gehalte. Waarom geen oproep aan burgers om zich aan te melden voor deze functie?

Bij gemeenteraadsverkiezingen kunnen burgers uitsluitend raadsleden kiezen. Het zou dan ook logisch zijn als de commissie alleen maar uit burgers en raadsleden zou bestaan met ondersteuning van de raadsgriffier. Overige ambtenaren en wethouders hebben in de commissie helemaal niks te zoeken. En dan heb ik het nog niet eens over de oververtegenwoordiging van ambtenaren/politici.


Ingang raadszaal aan de Havenkade-west in Winschoten

Waar gaat het werkelijk mis?

Het laten meepraten van een paar burgers klinkt sympathiek, maar het gaat voorbij aan wat er werkelijk mis is met de democratie in de gemeente, namelijk het functioneren van de gemeenteraad. De gemeenteraad is in principe al een afvaardiging van de kiezers. Als de raad haar werk goed zou doen, is meepraten grotendeels overbodig. Over onderwerpen die betrekking hebben op de gehele gemeente wordt al meegepraat, bijvoorbeeld in de WMO-raad. Wanneer een onderwerp alleen over een buurt of wijk gaat, kunnen de betreffende bewoners gemakkelijk huis-aan-huis benaderd worden.
Maar waarom gaat het dan toch fout?

-1- Onderwerpen op de raadsagenda
De betrokkenheid van burgers staat of valt met de onderwerpen die op de raadsagenda staan. Dat zou over zaken moeten gaan waar de burger direct mee te maken heeft of de betrokkenheid groot is. Slechts 11x per jaar beslist de gemeenteraad over zaken waarvan zij meent dat deze belangrijk zijn. Maar wat is belangrijk en wie bepaalt dat?

De onderwerpen worden bepaald door het zogenaamde presidium. Dat is een agendacommissie bestaande uit de voorzitter van de gemeenteraad (burgemeester), de gemeentesecretaris, de raadsgriffier en de voorzitters van de beide raadscommissies SWI en BMR. [Nadere uitleg begrippen hier].  Dit clubje heeft verrassend veel “macht”. Het bijzondere is dat er op de gemeentelijk website niets over is te vinden. Ondanks het feit dat deze vergaderingen openbaar zijn, is niet bekend waar en wanneer deze gehouden worden. Bij navraag bleek de gemeente dit ook allemaal niet nodig te vinden.

Wat is er mis met deze opzet? Wel, door onderwerpen NIET op de agenda te zetten, ligt het besluit daarover bij de wethouders en ambtenaren. Dat voorkomt discussies in de gemeenteraad en het mogelijk niet doorgaan van een project, omdat de raad dwarsligt.
Daarnaast kunnen er onderwerpen op de agenda worden gezet, waar niemand zich een buil aan valt. Bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen op provinciaal niveau als de Veiligheidsregio [link].

Het is overigens wel mogelijk om als raadslid onderwerpen aan te dragen, maar in de praktijk gebeurt dat zelden. De afgelopen 2 jaren waren de belangrijkste zaken de mogelijke aanleg van een zonnepanelenpark in Finsterwolde en de overlast door de biomassa-installatie van het zwembad in Winschoten.

-2- Kwaliteit raadsleden
Politieke partijen lijken geen enkele voeling te hebben met wat er in de maatschappij leeft. Op landelijk niveau is dat al decennialang het geval, maar op gemeentelijk niveau lijkt de afstand politiek-burger de laatste jaren ook steeds groter te worden. Herindelingen hebben wat dat aangaat ook niet tot een beter bestuur geleid.  Coelo-rapporten hier, hier en hier.

Op deze website staan diverse voorbeelden van beslissingen die over de hoofden van burgers heen genomen zijn. Het gaat om plannen van de wethouders die door een raadsmeerderheid zijn goedgekeurd. Zo maar even wat voorbeelden van het afgelopen jaar:

– mogelijke aanleg zonnepanelenpark Finsterwolde
– nieuwbouw gemeentehuis
– sloop bibliotheek
– biomassa-installatie zwembad Winschoten

De raad had hierbij kritisch naar die plannen moeten en willen kijken. Helaas gebeurt dat onvoldoende door onwil of simpelweg domheid. Dan wordt democratie een hol begrip en verlies je als politiek het vertrouwen van de kiezers. (Opkomstcijfers 2009: 42,3%, 2014: 55,5%, 2018: 50,2% en 2022: 46,0% )

-3- Achterhouden informatie
Regelmatig ontvangt de gemeenteraad brieven van bezorgde burgers en organisaties. Deze stukken werden als bijlage aan de online agenda van de gemeenteraad toegevoegd. Sinds kort gebeurt dat niet meer. Er wordt alleen nog gemeld dat er een brief is ontvangen. Hiermee worden geïnteresseerde burgers gelijk al op een kennisachterstand gezet. Op verzoek kan een geanonimiseerde versie van een binnengekomen stuk/brief worden toegestuurd mits er administratiekosten (leges) worden betaald.

In februari 2019 heeft het presidium op eigen houtje bepaald dat deze informatie niet meer online wordt gezet. Zij gebruikt hiervoor de nieuwe privacywet als argument. Op diverse sites voor overheidsdienaren wordt echter duidelijk gesteld dat dit nergens voor nodig is. [griffiers.nl en gemeente.nu]  Wettelijk staat ook nergens dat het zo moet.
De gemeente schiet hier volledig door. Bezorgde burgers maken regelmatig gebruik van de mogelijkheid om de gemeenteraad tijdens een vergadering toe te spreken. Deze insprekers doen hun verhaal ook niet anoniem en  dragen geen masker voor hun gezicht.


Hoe dan wel?

Het laten meedenken van burgers in de één of andere commissie klinkt leuk, maar is vooral borstklopperij in de zin van “Kijk eens, wat zijn wij toch democratisch bezig”.
In de praktijk is dat niet zo. De burger heeft nog steeds niks te beslissen. Dat doen vooral de ambtenaren en wethouders. Ook de gemeenteraad mag af en toe ja of nee zeggen. Maar de burger macht geven, zoals omschreven in de definitie van democratie is niet aan de orde. De macht blijft waar die nu ook is, namelijk in het gemeentehuis. Het hele project is dan ook vooral een werkverschaffingsproject voor en door ambtenaren. Richting de burger is het ook nog eens tijd- en geldverspilling.

Een mogelijke oplossing is helemaal niet moeilijk. Vraag die burger (niet vrijblijvend) naar zijn mening en doe daar iets mee. Dat kan heel simpel online. Noem het maar de burgerbarometer. Bij grote projecten zou zelfs een referendum kunnen worden gehouden.
Het inmiddels 3 jaar voortdurende gepruts rond de mogelijke aanleg van een zonnepanelenpark in Finsterwolde is een triest voorbeeld van een volledig falende gemeenteraad. De gemeente trok 17.000 euro uit voor een draagvlakenquête, maar ondanks een eerdere toezegging, trekken de wethouders zich vervolgens niks aan van de uitkomst. Sterker nog, ze dreigden zelfs met aftreden [Dagblad 25-sept-2019]. De raad had hier haar tanden moeten laten zien richting de wethouders, maar het bleef vooral bij blaffen.
Met het opnemen van een paar burgers in een clubje waarin alleen maar gepraat mag worden, laat je als gemeente zien, dat je de mening van de burger nog steeds niet serieus neemt.

Om het begrip democratie in het Oldambt meer betekenis te geven, is er vooralsnog geen reden om burgers aan bestaande clubjes toe te voegen. Pak eerst de eigen gesloten cultuur aan zoals hierboven beschreven en voer bijvoorbeeld de burgerbarometer in. Handel dan ook naar de uitslag. Wedden dat er dan bijna geen ontevreden burgers meer zijn?

===========================================================================

Voor de liefhebbers nog wat extra informatie.

In 2016 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een rapport geschreven over het aanpassen van het huidige democratisch systeem op gemeentelijk niveau.
Titel  van het rapport luidt “Op weg naar een meervoudige democratie”.
Het is een wat ambtelijk verslag, maar wel goed leesbaar. [link]

Het rapport hanteert als referentie de invoering van het zogenaamde dualisme in 2002. Houdt in dat een wethouder geen deel meer uitmaakt van de gemeenteraad en dus ook niet over zijn eigen voorstel kan stemmen. Een nog belangrijker punt is wel, dat de raad niet meer meebestuurt, maar juist een controlerende functie heeft.
Hier wat interessante quotes uit het rapport, die zeker ook van toepassing zijn op de gemeente Oldambt.

Pag 20: over de invoering van het dualisme in 2002

De actieve deelname van inwoners aan het lokale bestuur lijkt niet, in ieder geval niet substantieel te zijn toegenomen. Anders dan de bedoeling was, lijkt de raad zich zelfs meer op het college(beleid) te richten, met als gevolg dat deze organen vooral ‘met elkaar’ bezig zijn. Het algemeen belang waaraan raad en college hun bijdrage hebben te leveren, lijkt daarbij naar de achtergrond te verdwijnen. Dat was zeker niet de bedoeling.
Ook de rolscheiding tussen raad en college pakt niet altijd goed uit. Terwijl de bedoeling was dat juist het politieke debat in de raad de interesse van de burger tot nieuwe hoogten zou moeten opstuwen lijkt het tegendeel het geval. Burgers vragen niet om meer politiek maar om meer democratie.

 

Pag 21: rol ambtenaar

Ook de rol en positie van de ambtenaar vraagt aandacht. Als werkwijze en structuur van het bestuur meer verscheidenheid vraagt, moet dat ook gevolgen hebben voor de rol en de positie van de ambtenaar. Nu is de ambtenaar slechts dienaar van het gemeentebestuur. Maar in de praktijk werkt hij voor de samenleving zonder dat hij daaraan verantwoording aflegt of verantwoordelijk wordt gehouden.

 

Pag 27: vertrouwen in de lokale politiek

We moeten vaststellen dat het vertrouwen in de instituties van de representatieve democratie bij grote groepen van de bevolking sinds de dualisering niet is toegenomen. Sterker nog, spanningen in de samenleving hebben zich verdiept, de maatschappelijke polarisatie is toegenomen, de lokale politiek is  meer versplinterd dan ooit, en dit alles tegen een achtergrond van de opkomst van sociale media. Het heeft geleid tot een lokale politiek die turbulenter is dan vijftien jaar geleden kon worden voorzien. Dit stelt de bestaande instituties voor grote nieuwe uitdagingen, en de centrale vraag is of deze organen in hun rollen en posities voldoende zijn toegerust om in deze samenleving van toenemende spanningen te verbinden en te luisteren.

 

Pag 28: verhouding gemeenteraad versus college van B & W

Representatieve en participatieve democratie vormen geen zero-sum-game, maar kunnen elkaar versterken. Voor de gemeenteraad betekent dit een in veel grotere mate open staan voor en toegankelijk zijn voor burgers. De representatieve democratie kan alleen vorm krijgen in verbinding met de participatieve en maatschappelijke democratie. De praktijk lijkt echter een heel andere.
Raden zijn, weggedrukt door het college, veelal procesmatiger gaan werken, en lijken het accent zelfs meer dan voorheen op hun verhouding tot het college te richten. Hun controle op het college is niet extern vanuit de volksvertegenwoordigende rol geïnspireerd, maar lijkt vaak naar binnen gekeerd als tegenover elkaar staande  organen. Het dualisme lijkt soms te zijn veranderd in een intern gericht wij-zij denken tussen raad en college, met vanuit de raad pleidooien voor de versterking van de eigen positie en de opbouw van een eigen ondersteunend apparaat als ware het een moderne wapenwedloop.

 

Pag 30: zelfstandige opererende ambtenaren

Denkbaar is ook dat, vanuit maatschappelijke opgaven geredeneerd, ambtenaren niet langer uitsluitend in dienst van het college zijn, maar ‘publieke ambtenaren’ worden (civil servants dus). In dienst van de gemeenschap creëren zij publieke waarden. Over budget en opgaven maken zij afspraken met het college, op basis van wederzijds vertrouwen. Deze ambtenaren zijn dan niet zozeer verbonden aan één orgaan maar georganiseerd en zichtbaar rondom een maatschappelijke opgave. Daar hoort ook eigenstandige publieke verantwoordelijkheid bij (zoals in het buitenland ook wel het geval is, bijvoorbeeld in Canada en Denemarken).

Waarom de politiek anders denkt dan de burger (2018)

Vooraf
Dit artikel is voor het eerst in 2015 geplaatst. In maart 2018 is een nieuwe gemeenteraad gekozen. Vandaar dat het artikel is aangepast. De oude versie staat [hier].

 

Waarom de raad anders denkt dan de gewone burger
De gemeenteraad zou een afspiegeling van de maatschappij moeten zijn wil zij de belangen van de burgers goed vertegenwoordigen, maar helaas is dat hier (en in de meeste andere gemeenten) niet het geval. Onderstaande tabel laat pijnlijk zien waar het mis gaat. Bijna de helft (46%) van de raadsleden werkt bij de overheid of bij een semi-overheidsbedrijf als de gezondheidszorg. In de echte maatschappij is dat ca 12%. Slechts (30%) is werkzaam in het bedrijfsleven.
Voor 2 van de 4 wethouders en de (oude en nieuwe) burgemeester geldt hetzelfde. Altijd werkzaam geweest bij de overheid of semi-overheid. Nog nooit in een echt bedrijf gewerkt.

Waarom is dat zo belangrijk? Het bedrijfsleven moet zelf de broek ophouden. Betekent concreet tegen zo laag mogelijk kosten en door efficiënt te werken geld verdienen. De inkomsten van gemeenten zijn voor een groot deel afhankelijk van belastinggeld. Geld tekort? Geen probleem, gewoon de belasting verhogen. Dat is een heel andere manier van denken. Daarnaast worden politieke beslissingen nogal eens genomen op basis van idealisme. En dat is niet altijd de voordeligste oplossing. Een gemeente hoort in mijn ogen het geld van haar burgers zo goed mogelijk te besteden. Daar hoort geen politiek hobbyisme bij.

Hier het overzicht van de raad sinds maart 2018

Pensioen/
uitkering
OverheidSemi-overheidDiversenBedrijfsleven
CDA2
CU1
D661
GB12
OA1
PvdA31
PvhN111
SP1111
VCP12
VVD1,51,5
Totaal46,5527,5
Percentage16%26%20%8%30%
Tabel 1 – Inkomsten raadsleden naast raadswerk

En hier de tabel met burgemeester en wethouders.

PartijPensioen/
uitkering
Semi-overheidBedrijfsleven
PvdA (Broekhuizen)-1-
PvhN (Boon)-1-
SP (Swagerman)--1
VVD (Wünker)--1
GroenLinks (burgemeester Sikkema)-1-
Tabel 2 – Burgemeester en wethouders voormalige beroepssector

Aantrekkelijker maken van raadswerk
Partijen zouden moeten zorgen voor een evenwichtige opbouw van hun kandidatenlijst. Dat is niet gemakkelijk, want een raadslid moet niet alleen brede interesses hebben, maar ook over flink wat tijd beschikken. Daar kun je als partij iets aan doen door er voor te zorgen dat raadsleden zo efficiënt mogelijk werken. Bijvoorbeeld door iemand niet een 100-pagina’s tellend rapport te laten doorlezen, maar alleen een samenvatting van enkele pagina’s met voor- en nadelen.

Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld een ambtelijk advies.
Dat advies moet in heldere taal geschreven zijn, dus niet in formele, ambtelijke volzinnen. Ook weer maximaal een paar A4’tjes en vervolgens de voor- en nadelen. Bij belangrijke zaken zou een onafhankelijke rekenkamer een second opinion kunnen uitbrengen.

En wat is er overigens op tegen om de burger zelf te laten stemmen over de maandelijkse beslissingen die de raadsleden nemen? Technisch gezien is het niet moeilijk om de burger aan de hand van z’n Sofi-nummer digitaal te laten stemmen. Komt al in de buurt van mijn ideaal waarbij de raad alleen nog een advies geeft en ik als burger zelf wel of niet akkoord ga.
 

Kloof
In de media duiken regelmatig verhalen op over de kloof tussen politiek en burger. Hieronder wordt verstaan dat politici heel andere ideeën hebben dan hun kiezers. Beslissingen komen soms op een dubieuze, niet transparante wijze tot stand. De politiek is vaak verweven met lobbyclubs en de journalistiek. Een prachtig voorbeeld hoe een dergelijk systeem in z’n werk gaat, staat beschreven in het boek “Je hebt het niet van mij, maar…” van Joris Luyendijk. Weliswaar gaat dat boek over de landelijke politiek, maar er is geen reden om aan te nemen dat het op kleinere schaal niet net zo gaat bij gemeenten.
 

Vergoedingen (in 2019)
Een raadslid ontvangt maandelijks een vergoeding van ca bruto € 990,-. Daarnaast is er nog een kleine tegemoetkoming in de ziektekosten.

Commissieleden krijgen geen maandelijkse vergoeding, maar ontvangen per vergadering een bedrag van ca € 82,- (bruto).

Het salaris van de burgemeester bedraagt bruto ca € 8400,- (36 uur).

Het wethoudersalaris is ca € 6700,- bruto op basis van een 36-urige werkweek. In de gemeente Oldambt werken de wethouders niet fulltime en is het salaris daar op aangepast.

Nieuwe gemeenteraad 2018 – Meerderheid is minderheid

In 2014 is de Bond van Oldambtster Belastingsbetalers “opgericht” en van start gegaan met een artikel over de begroting van het destijds net aangetreden college. Dat is een mooie gelegenheid om de plannen van het nieuwe college voor de komende 4 jaren tegen het licht te houden.

Vertrouwen 1 – Opkomst
In maart 2018 kregen de inwoners van het Oldambt de kans om een nieuwe gemeenteraad te kiezen. Helaas vond amper 50% van de kiezers het de moeite waard om hun stem uit te brengen. Wanneer we de opkomstcijfers van de landelijke en gemeentelijke verkiezingen naast elkaar leggen (tabel 1 en 2), wordt pijnlijk duidelijk dat de Oldambtsters weinig vertrouwen hebben in de lokale politiek.

Gemeenteraad200920142018
opkomst42,3%55,5%50,2%
Tabel 1. Opkomst gemeenteraadsverkiezingen in Oldambt

Het absolute dieptepunt was 2009. In dat jaar werden de gemeenten Reiderland, Scheemda en Winschoten gedwongen samengevoegd.

2e Kamer20122017
opkomst72,9%78,3%
Tabel 2. Opkomst 2e Kamer verkiezingen in Oldambt

Het is best wel bijzonder dat de Oldambtsters meer vertrouwen hebben in de politici die verder van hen afstaan dan de lokale bestuurders. Weliswaar hebben de burgemeester en wethouders de afgelopen jaren hun best gedaan om de burger op te zoeken door bij allerlei activiteiten aanwezig te zijn, maar dat is blijkbaar niet voldoende. Uiteindelijk worden de dames en heren politici beoordeeld op genomen besluiten. Inwoners van deze gemeente hebben vaak andere ideeën over wat juist en onjuist is. En dan praat ik nog niet eens over het prijskaartje wat aan sommige beslissingen hangt.


Vertrouwen 2 –  Stemwijzer
Dat er alle reden is voor gebrek aan vertrouwen wordt nog eens bevestigd als naar de Oldambtster stemwijzer wordt gekeken. Bij stelling 2 wordt gevraagd of over belangrijke zaken een referendum moet worden gehouden.

(Klik voor groot)

De handtekeningenactie tegen sloop van de Klinker in 2008 leverde ruim 13000 handtekeningen op. Weliswaar werd de actie opgezet door bezorgde burgers i.p.v. de gemeentepolitiek, maar het was wel een perfect onderwerp voor een referendum geweest. Wanneer burgers zo massaal nee zeggen, moet dat toch een duidelijk signaal zijn voor de politiek. Niet dus. De PvdA vond het maar vervelend dat burgers ook een mening hadden en meende de handtekeningenactie zelfs in een kwaad daglicht te moeten stellen. (Hoi Jans Pals en Klaas Wolterman)

Volgens de stemwijzer vinden CU, CDA, PvhN en VVD dat raadsleden beter in staat zijn om tot een weloverwogen beslissing te komen dan de gemiddelde burger. Dat is nogal aanmatigend.

Argumentatie tegenstanders referendum (klik voor groot)

De artikelen op deze website laten duidelijk zien dat raadsleden helemaal niet in staat zijn om weloverwogen een beslissing te nemen. Over enkele weken staat hier het artikel over de bouw en exploitatie van het Cultuurhuis. Daarin wordt nog eens overduidelijk aangetoond dat de gemeenteraad volstrekt ongeschikt is om over grote projecten te beslissen.

Ook in het nog te verschijnen artikel over de versterking van het Winschoter centrum, Binnenstad Beter, waar 26 miljoen in is gestoken, wordt dat weer pijnlijk duidelijk. Misschien word ik daarom wel op het hoogste ambtelijke nivo tegengewerkt bij het schrijven van dat artikel (hoi Anton). Is overigens zinloos, want ik ga er 2x zo hard tegenaan.
Het 3e foute project is inmiddels in aantocht, namelijk de Poort van Winschoten. De kern van dat plan is de uitbreiding van het gemeentehuis met 2400m2 naast de Hema. Voorlopige bouwkosten 9 miljoen. Gezien de sterk stijgende bouwkosten mogen daar gerust een paar miljoen bij worden opgeteld. Een volkomen overbodig prestigeproject. Helaas wordt het project zelfs op verzoek van de raad uitgevoerd. Was een mooie vraag voor de stemwijzer geweest.


Vertrouwen 3 – Meerderheid is minderheid

De komende 4 jaar wordt het Oldambt bestuurd door een coalitie bestaande uit PvdA, PvhN, SP en VVD. In de vorige coalitie zat het CDA, maar die is ingeruild voor de VVD. De poppetjes zijn afgezien van de VVD-wethouder hetzelfde gebleven.

Hoe groot is nu het percentage van de kiezers dat door deze 4 partijen samen wordt vertegenwoordigd?

PvdA + PvhN + SP + VVD = 14,5% + 9,6% + 12,8% + 12,8% = 49,7%

Van de kiezers kwam 50,2% opdagen.

Bovenstaande coalitie vertegenwoordigt dus 50,2 * 49,7 = 25% van de kiezers. Betekent dat een minderheid van 25% van de inwoners allerlei zaken gaat bepalen voor de meerderheid van 75%.


Vertrouwen 4 – Nieuw college

Het nieuwe college heeft een 22-pagina’s tellende plan (coalitieakkoord) opgesteld over wat men de komende 4 jaren wil gaan doen. De repro-afdeling heeft waarschijnlijk overuren moeten maken om er iets moois van te maken, want inhoudelijk is het een leeg stuk vol clichés, die op iedere gemeente zouden kunnen slaan.

Daarnaast is het taalgebruik dusdanig ambtelijk, dat het voor de gewone burger niet te volgen is.
Hier wat voorbeelden.

“We werken samen met voorscholen en onderwijs aan doorlopende leerlijnen tot 23 jaar.” – pagina 1

En hier nog zo’n prachtzin:

“Kansen zoals de circulaire economie ons biedt, het nog onbenutte potentieel van ons prachtige landschap en Oldambt als hub voor nieuwe en creatieve ondernemers.” – ook pagina 1

Het dieptepunt is wel bijlage 2, genaamd “Global goals”. Dat gaat over nationale en internationale zaken als armoede in de wereld, industrialisatie, schoon water en goede sanitaire voorzieningen. Dat zijn allemaal zaken waar de gemeente Oldambt niet over gaat of hier niet aan de orde zijn. (Zelf lezen kan hier).

 

Concentreer je op regionale kerntaken, zoals werk en inkomen. Bijna alles draait om geld. Haal hier bedrijven naar toe door goedkope bedrijfsgrond aan te bieden. Die is in ruime mate voorhanden. Dat levert werk en geld op. Het verbieden van een outlet in de Toekomst in Scheemda is wat dat aangaat een gemiste kans. Als iemand een niet-agrarische bestemming heeft voor een boerderij, ga dan als gemeente niet zeuren over het bestemmingsplan, maar help zo iemand. Hou op met ondernemers pesten via OZB en reclamebelastingnonsens.

Stel een gebouw beschikbaar voor serieuze startups, bijvoorbeeld in de oude bibliotheek. En ondersteun meer initiatieven als het onlangs geopende Virol leer-werkproject. Dat is heel wat zinvoller dan het geldverspillende Synergon-monster dat met haar aanwezigheid op allerlei terreinen zorgt voor concurrentievervalsing. (Hoop ik nog eens een artikel over te schrijven.)

Betekent dus ook geen ambtenarenkantoor naast de Hema, maar die kavel verkopen aan een projectontwikkelaar om daar een winkel of horecazaak neer te zetten. Aangezien de gemeente niet hoeft te bouwen, bespaart het ook nog eens belastinggeld. Ook voorkomt dat het wegvallen van parkeerplaatsen dichtbij het centrum. Die zijn nu juist zo belangrijk voor snelle boodschappen of als parkeerplek voor mensen die geen grote afstanden kunnen lopen. Auto’s parkeren bij de voormalige Tramwerkplaats zoals nu het plan is, gaat vanwege de afstand niet werken. Klanten worden alleen maar weggejaagd.

Maak van ambtenaren meewerkers in plaats van tegenwerkers. Wanneer iemand een huis wil bouwen en iets is strijdig met regels of bestemmingsplan, kom dan met suggesties hoe dat op te lossen i.p.v. te roepen “nee, mag niet”.

In het coalitieplan wordt ook de aanleg van snel internet in de buitengebieden genoemd. Dat is een al jaren voortsukkelend dossier. Ik heb daar al meerdere stukken over geschreven waarin ook suggesties worden gedaan hoe mogelijk de zaak aan te pakken. De verantwoordelijke wethouder, mevrouw Broekhuizen, zat 4 jaar geleden te blabla-en over Brussel (de EU) en de Wereldbank die zouden helpen met het probleem op te lossen. Wat een naïviteit om te denken dat dergelijke organisaties zich op lokaal niveau met zulke zaken bezighouden.

Zelfs een compleet plan, inclusief financiering, opgesteld door een oud-directeur van KPN die in Winschoten woont, is ondanks gesprekken met politici en de wethouder aan de kant gegooid. Het kostte de gemeente note bene niks. Ook Oldambt Verbindt pakte het niet op. Een plan is blijkbaar alleen maar goed als het door de gemeente is bedacht. Blijft een kwestie van ego’s.

En gaat er nog wat gebeuren aan de Oldambtpleinrotonde?  Is het nou zo erg om toe te  geven dat de zogenaamde shared space een mislukking is? Stug blijven volhouden dat er niks aan de hand is, geeft de burgers niet veel vertrouwen. Oplossing is relatief simpel. Belangrijk is dat fietsers in de binnenste ring blijven en niet op het voetgangersdeel mogen komen. Creëer bijvoorbeeld een afscheiding in de vorm van bloemperken tussen fiets- en wandelgebied. Een halve meter breed is al ruim voldoende. Ook kunnen daar de lantaarnpalen in gezet worden die nu bijna midden op het fietspad staan.

En staat de aanpak van de desolate omgeving rond Cultuurhuis + supermarkten ook op de lijst? En het groenonderhoud?


Vertrouwen 5 – Begroting van 2019
Die begroting laat een tekort zien van 2 miljoen euro. Boosdoener is de jeugdzorg. Die kosten zijn niet alleen in het Oldambt sterk gestegen, maar in veel meer plaatsen. De landelijke overheid heeft de jeugdzorg overgeheveld naar gemeenten. Deze hebben daar ook minder geld voor gekregen. Als er minder geld is, kun je het ook niet uitgeven. Blijkbaar gebeurt dat wel, waardoor de lokale belastingbetaler er voor opdraait. De wethouder van financiën, meneer Swagerman, haalde z’n schouders op, net als bij de 2 ton extra voor het WVV-kunstgrasveld, en zei “tis nait aans”.

Het lijkt me dat je toch gaat uitzoeken waar dat enorme tekort door wordt veroorzaakt. En kom alsjeblieft niet aan met zielige verhalen over arme mensen. Daar geloof ik niet in. Kijk maar eens naar onderstaande tabel.

PlaatsSlochterenOldambtPekelaNaardenBellingwedde
Bedrag€ 907,-€ 1283,-€ 1457,-€ 1592,-€ 1682,-
Tabel 3. Zorgkosten per kind in 2014 (Bron: zorgprismapubliek.nl)

(Opm: In Bellingwedde was lange tijd een AZC. Dat is mogelijk een verklaring voor de hoge kosten.)

De gemeente Naarden met een heel andere sociale structuur als Oldambt geeft nog veel meer per kind uit. Ja, de cijfers zijn een paar jaar oud, er waren geen actuelere, maar het gaat om de lijn. [Zelf kijken kan hier]

 

Vanuit uit financieel oogpunt is het positief dat de komende 6 jaar 60 ambtenaren met pensioen gaan, waaronder de gemeentesecretaris (64 jaar). Dat bespaart een boel geld. Even voor alle duidelijkheid. Een compact, gedreven ambtenarenkorps is een zegen voor de gemeente. Niet die 375 man/vrouw van nu met mensen als Anton, Auke, Piet, Henk en Hans.


Vertrouwen 6 – Respect
Als afsluiter nog een citaat uit het coalitieplan van het nieuwe college.

“Door samen te werken en ‘stenen’ met mensen te verbinden, maken we completer beleid en nemen we weloverwogen en gedragen beslissingen. Dat doen we niet alleen, dat kan alleen samen met inwoners, ondernemers, maatschappelijke partners, raad, college en de regio.”

Dat klinkt mooi. De praktijk is helaas anders.
Luisteren naar de burger is 1 ding, maar doe daar dan ook iets mee. Aardig voorbeeld is de commotie over het opzetten van een zonnepanelenpark begin dit jaar in Finsterwolde. Laat de directe buurtbewoners zelf stemmen (huis-aan-huis enquête bijvoorbeeld) en gebruik dat als leidraad voor het raadsbesluit. De raad vindt het maar een lastig probleem. Waarom? De omwonenden hebben de lasten, alle anderen die er niet wonen, de lusten.

Een stukje verderop in de polder is ruimte zat. Leg het zonnepanelenpark daar maar neer. Het wrange is dat de buurtbewoners via de landelijke heffing op energie ook nog eens meebetalen aan de aanleg van zo’n park. Dat de gemeente meent ook rekening te moeten houden met de belangen van de zonnepanelenpark-investeerder en grondeigenaar om haar steentje bij te dragen aan de energieopwekking is onnozel. Dat is geen gemeentelijke taak. Los daarvan zijn zon- en windenergie geen stabiele bronnen. Het is leuk voor erbij, maar niet als serieuze energiebron. (Heb zelf 14 panelen op het dak liggen en spreek uit ervaring.) Op de website energieopwek.nl zijn die schommelingen heel goed te zien. Het gebruik van alternatieve energie wordt vooral gedreven door blind enthousiasme i.p.v. goede technische, onderbouwde argumenten.

De enige die beter worden van wind- en zonnepanelenparken zijn de grondeigenaren en investeerders. Zijn verdienen er grof geld aan.

 

De gemeenteraad is officieel de baas in de gemeente, maar zij beslist naar verhouding over maar heel weinig onderwerpen. Per jaar wordt er ca 10x vergaderd en over 6 tot 9 onderwerpen gestemd. Een deel daarvan gaat over relatief onbelangrijke zaken of regionale samenwerkingsverbanden waarop de Oldambtster invloed vrijwel nihil is. Dat is vooral interessantdoenerij. Brengt uiteindelijk niks. De lijst met genomen besluiten staat hier.

Die lijst met te nemen beslissingen zou meer over lokale zaken moeten gaan. En dan ook nog eens 2x per maand i.p.v.1x. Dan heb je als raad ook meer invloed. Nu wordt het grootste deel van de dagelijkse beslissingen door de burgemeester en wethouders genomen.

Ondanks dat er veel fout gaat, is het wel gepast dat wij als burgers respect hebben voor de raadsleden. Het is geen gemakkelijke functie en kost een hoop tijd als je het goed wilt doen.

Aan de andere kant zal een politicus dat respect moeten verdienen door zich op geloofwaardige wijze in te zetten voor de gemeente. Ook in de communicatie naar de burger toe valt er nog heel wat te verbeteren. Vrijwel geen enkele partij zet na afloop van een raadsvergadering een samenvatting op de eigen website met haar standpunten. Het is volstrekt onduidelijk waar een partij voor staat. Zo blijft een vergadering vooral een onderling “feestje”.

Dit artikel heeft als titel “meerderheid is minderheid”. Dat heeft alles te maken met vertrouwen.
Vertrouwen dat door de politiek dient te worden gewonnen op basis van verstandige besluiten. Gezien de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen heeft een flink deel van de kiezers daar zo z’n bedenkingen bij.


Naschrift
In dit artikel wordt het binnenkort te verschijnen verslag over de bouw en exploitatie van het Cultuurhuis al even aangestipt. Dat is geen toeval. Het Cultuurhuis is één van de grootste projecten van de afgelopen decennia. Het is beschamend, dat een meerderheid van de gemeenteraad het niet nodig vond om een rapport te laten opstellen. Daarom heeft BOB het maar gedaan.

Het is het grootste artikel wat tot nog toe op deze website is gepubliceerd. Om het de aandacht te geven die het verdient, zal er publicitair gezien stevig aan de weg worden getimmerd.

Waarom de gemeenteraad anders denkt dan de burger (2015)

De gemeenteraad zou een afspiegeling van de maatschappij moeten zijn wil zij de belangen van de burgers goed vertegenwoordigen, maar helaas is dat niet het geval. Onderstaande tabel laat pijnlijk zien waar het mis gaat. Bijna de helft (44%) van de raadsleden werkt bij de overheid of bij een semi-overheidsbedrijf als de gezondheidszorg. In de echte maatschappij is dat ca 12%.
Slechts 4 personen (16%) zijn werkzaam in het bedrijfsleven.
Voor 3 van de 4 wethouders en de burgemeester geldt hetzelfde. Altijd werkzaam geweest bij de overheid of semi-overheid. Nog nooit in een echt bedrijf gewerkt.

Waarom is dat zo belangrijk? Het bedrijfsleven moet zelf de broek ophouden. Betekent concreet tegen zo laag mogelijk kosten en door efficiënt te werken geld proberen te verdienen. De inkomsten van gemeenten daarentegen zijn voor een groot deel afhankelijk van belastinggeld. Het meeste via de landelijke overheid en een deel via bijvoorbeeld de OZB. Geld tekort? Geen probleem, gewoon de belasting verhogen. Dat is een heel andere manier van denken. Daarnaast worden politieke beslissingen nogal eens genomen op basis van idealisme. En dat is niet altijd de voordeligste oplossing. Een gemeente hoort in mijn ogen het geld van haar burgers zo goed mogelijk te besteden. Daar hoort geen politiek hobbyisme bij.

Tabel 1 – Raadsleden (totaal 25) gemeente Oldambt beroepssector

PartijBedrijfsleven(semi-)OverheidUitkeringPensioen
CDA1--1
CU-1--
D66-2--
OA--1-
PvdA13--
PvhN-21-
SP122-
VCP-21-
VVD11--
vd Wal---1
Totaal41352
Opmerking: Enkele raadsleden werken in de zorgsector. Die zijn in de categorie semi-overheid ingedeeld. 1 raadslid VCP ontbreekt (update 4-4-2015)

Tabel 2 – Burgemeester en wethouders voormalige beroepssector

PartijBedrijfsleven(semi-)OverheidUitkeringPensioen
CDA (Van den Aker)-1--
D66 (burgemeester Smit)-1--
PvdA (Broekhuizen)-1--
PvhN (Boon)-1--
SP (Swagerman)1---
Totaal14--
Opmerking: Het raadslidmaatschap is een bijbaan. Burgemeester en wethouder is een fulltime baan.

Oplossing
Partijen zouden zelf moeten zorgen voor een evenwichtige opbouw van hun kandidatenlijst. Dat is niet gemakkelijk, want er zijn maar weinig mensen lid van een politieke partij.  Onder de mensen die het wel zijn, is de animo om in de raad te gaan zitten niet groot, o.a. wegens tijdgebrek. Daar kun je als partij best iets aan doen door er voor te zorgen voor dat je raadsleden zo efficiënt mogelijk werken. Dat betekent dus niet iemand een 100-pagina’s tellend rapport laten doorlezen, maar alleen een samenvatting van 1 pagina met voor- en nadelen.
Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld een ambtelijk advies.
Dat advies moet in heldere taal geschreven zijn, dus niet in formele, ambtelijke volzinnen. Ook weer maximaal 1 A4 en vervolgens de voor- en nadelen. Bij belangrijke zaken zou een onafhankelijke rekenkamer een second opinion kunnen uitbrengen.
En wat is er overigens op tegen om de burger zelf te laten stemmen over de maandelijkse beslissingen die de raadsleden nemen? Technisch gezien is het niet moeilijk om de burger aan de hand van z’n Sofi-nummer digitaal te laten stemmen. Komt al aardig in de buurt van mijn ideaal waarbij de raad alleen nog een advies geeft en ik als burger zelf wel of niet akkoord ga met een raadsvoorstel.