Hoe democratisch is Oldambt?

In juni 2019 heeft de gemeenteraad besloten dat inwoners meer zouden mogen meepraten over het gemeentelijk beleid.
Ter voorbereiding gaat de gemeente eerst onderzoeken hoe democratisch zij eigenlijk zelf is. Denk hierbij aan vragen als: hoe worden besluiten genomen en uitgevoerd? Is daar draagvlak voor en kunnen inwoners meedenken, meebeslissen of zelfs meewerken als zij dat willen?
Dat onderzoek wordt een zogenaamde Quick Scan Lokale Democratie genoemd. Dat hoeft de gemeente niet zelf op te zetten, maar wordt aangeleverd door een organisatie bestaande uit o.a. de landelijke overheid en de vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG).
Kost dat ook geld? In principe wel, maar het is gratis voor de eerste 100 gemeenten die zich aanmelden inclusief ondersteuning van een adviseur.

Die Quick Scan is overigens niets anders dan een online vragenlijst voor burgers en ambtenaren waar “automatisch” een rapport uitrolt.  Die vragenlijst kon tot 7 februari 2020 ingevuld worden.


Burgers en ambtenaren

Dat burgers hun mening kunnen geven, klinkt logisch. Zij hebben immers de gemeenteraad gekozen en hebben direct te maken met het gemeentelijk beleid. Waarom ook ambtenaren moeten aangeven wat zij van de lokale democratie vinden, ontgaat mij volledig. Zij hebben voornamelijk een dienende functie waarbij het begrip democratie helemaal niet aan de orde is. Het belangrijkste wat ambtenaren moeten doen, is zich dienstbaar opstellen richting de burger. Ambtenaren denken nu te vaak dat de burger er voor hen is. Het is echter juist andersom. Die mentaliteit moet veranderen. Met democratie heeft dat niks te maken.

Het begrip democratie wordt overigens door de gemeente wel heel ruim gezien. Het geven van subsidie aan een burger die een goed idee heeft, valt daar volgens burgemeester Sikkema ook onder. [Link uitspraak burgemeester]. Misschien niet verkeerd als de gemeente nog eens de letterlijke betekenis van het woord democratie opzoekt. Hier alvast een voorzet:

Democratie is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening. Men onderscheidt directe democratie, waarin burgers persoonlijk stemmen over wetten, besluiten en benoemingen, en indirecte, waarin het volk zich laat vertegenwoordigen door een gekozen orgaan, zoals een raad of parlement.
(bron: wikipedia)


De onvermijdelijke commissie

Uiteraard wordt een begeleidingscommissie ingesteld. Wie zitten daar in?
1 – Namens het college van B & W

  • Cora-Yfke Sikkema (burgemeester)
  • Herman Groothuis (gemeentesecretaris)

2 – Namens de gemeenteraad (2-3 personen)

  • benoeming volgt nog

3 – Namens het ambtelijk apparaat

  • Jelte van der Meer (raadsgriffier)
  • Jannie Rijkaart (ambtenaar)
  • Bram van der Rest (ambtenaar)

4 – enkele inwoners (1-3)

  • benoeming volgt nog

De inwoners zouden volgens het voorstel gerekruteerd kunnen worden via de gebiedsregisseurs (ambtelijk contactpersoon tussen gemeente en een woongebied).
Dat lijkt mij niet verstandig, want er wordt gekozen uit een groep inwoners die al meer dan gemiddeld betrokken is bij het contact met de gemeente. Het heeft een hoog ons-kent-ons gehalte. Waarom geen oproep aan burgers om zich aan te melden voor deze functie?

Bij gemeenteraadsverkiezingen kunnen burgers uitsluitend raadsleden kiezen. Het zou dan ook logisch zijn als de commissie alleen maar uit burgers en raadsleden zou bestaan met ondersteuning van de raadsgriffier. Overige ambtenaren en wethouders hebben in de commissie helemaal niks te zoeken. En dan heb ik het nog niet eens over de oververtegenwoordiging van ambtenaren/politici.


Ingang raadszaal aan de Havenkade-west in Winschoten

Waar gaat het werkelijk mis?

Het laten meepraten van een paar burgers klinkt sympathiek, maar het gaat voorbij aan wat er werkelijk mis is met de democratie in de gemeente, namelijk het functioneren van de gemeenteraad. De gemeenteraad is in principe al een afvaardiging van de kiezers. Als de raad haar werk goed zou doen, is meepraten grotendeels overbodig. Over onderwerpen die betrekking hebben op de gehele gemeente wordt al meegepraat, bijvoorbeeld in de WMO-raad. Wanneer een onderwerp alleen over een buurt of wijk gaat, kunnen de betreffende bewoners gemakkelijk huis-aan-huis benaderd worden.
Maar waarom gaat het dan toch fout?

-1- Onderwerpen op de raadsagenda
De betrokkenheid van burgers staat of valt met de onderwerpen die op de raadsagenda staan. Dat zou over zaken moeten gaan waar de burger direct mee te maken heeft of de betrokkenheid groot is. Slechts 11x per jaar beslist de gemeenteraad over zaken waarvan zij meent dat deze belangrijk zijn. Maar wat is belangrijk en wie bepaalt dat?

De onderwerpen worden bepaald door het zogenaamde presidium. Dat is een agendacommissie bestaande uit de voorzitter van de gemeenteraad (burgemeester), de gemeentesecretaris, de raadsgriffier en de voorzitters van de beide raadscommissies SWI en BMR. [Nadere uitleg begrippen hier].  Dit clubje heeft verrassend veel “macht”. Het bijzondere is dat er op de gemeentelijk website niets over is te vinden. Ondanks het feit dat deze vergaderingen openbaar zijn, is niet bekend waar en wanneer deze gehouden worden. Bij navraag bleek de gemeente dit ook allemaal niet nodig te vinden.

Wat is er mis met deze opzet? Wel, door onderwerpen NIET op de agenda te zetten, ligt het besluit daarover bij de wethouders en ambtenaren. Dat voorkomt discussies in de gemeenteraad en het mogelijk niet doorgaan van een project, omdat de raad dwarsligt.
Daarnaast kunnen er onderwerpen op de agenda worden gezet, waar niemand zich een buil aan valt. Bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen op provinciaal niveau als de Veiligheidsregio [link].

Het is overigens wel mogelijk om als raadslid onderwerpen aan te dragen, maar in de praktijk gebeurt dat zelden. De afgelopen 2 jaren waren de belangrijkste zaken de mogelijke aanleg van een zonnepanelenpark in Finsterwolde en de overlast door de biomassa-installatie van het zwembad in Winschoten.

-2- Kwaliteit raadsleden
Politieke partijen lijken geen enkele voeling te hebben met wat er in de maatschappij leeft. Op landelijk niveau is dat al decennialang het geval, maar op gemeentelijk niveau lijkt de afstand politiek-burger de laatste jaren ook steeds groter te worden. Herindelingen hebben wat dat aangaat ook niet tot een beter bestuur geleid.  Coelo-rapporten hier, hier en hier.

Op deze website staan diverse voorbeelden van beslissingen die over de hoofden van burgers heen genomen zijn. Het gaat om plannen van de wethouders die door een raadsmeerderheid zijn goedgekeurd. Zo maar even wat voorbeelden van het afgelopen jaar:

– mogelijke aanleg zonnepanelenpark Finsterwolde
– nieuwbouw gemeentehuis
– sloop bibliotheek
– biomassa-installatie zwembad Winschoten

De raad had hierbij kritisch naar die plannen moeten en willen kijken. Helaas gebeurt dat onvoldoende door onwil of simpelweg domheid. Dan wordt democratie een hol begrip en verlies je als politiek het vertrouwen van de kiezers. (Opkomstcijfers 2009: 42,3%, 2014: 55,5%, 2018: 50,2% en 2022: 46,0% )

-3- Achterhouden informatie
Regelmatig ontvangt de gemeenteraad brieven van bezorgde burgers en organisaties. Deze stukken werden als bijlage aan de online agenda van de gemeenteraad toegevoegd. Sinds kort gebeurt dat niet meer. Er wordt alleen nog gemeld dat er een brief is ontvangen. Hiermee worden geïnteresseerde burgers gelijk al op een kennisachterstand gezet. Op verzoek kan een geanonimiseerde versie van een binnengekomen stuk/brief worden toegestuurd mits er administratiekosten (leges) worden betaald.

In februari 2019 heeft het presidium op eigen houtje bepaald dat deze informatie niet meer online wordt gezet. Zij gebruikt hiervoor de nieuwe privacywet als argument. Op diverse sites voor overheidsdienaren wordt echter duidelijk gesteld dat dit nergens voor nodig is. [griffiers.nl en gemeente.nu]  Wettelijk staat ook nergens dat het zo moet.
De gemeente schiet hier volledig door. Bezorgde burgers maken regelmatig gebruik van de mogelijkheid om de gemeenteraad tijdens een vergadering toe te spreken. Deze insprekers doen hun verhaal ook niet anoniem en  dragen geen masker voor hun gezicht.


Hoe dan wel?

Het laten meedenken van burgers in de één of andere commissie klinkt leuk, maar is vooral borstklopperij in de zin van “Kijk eens, wat zijn wij toch democratisch bezig”.
In de praktijk is dat niet zo. De burger heeft nog steeds niks te beslissen. Dat doen vooral de ambtenaren en wethouders. Ook de gemeenteraad mag af en toe ja of nee zeggen. Maar de burger macht geven, zoals omschreven in de definitie van democratie is niet aan de orde. De macht blijft waar die nu ook is, namelijk in het gemeentehuis. Het hele project is dan ook vooral een werkverschaffingsproject voor en door ambtenaren. Richting de burger is het ook nog eens tijd- en geldverspilling.

Een mogelijke oplossing is helemaal niet moeilijk. Vraag die burger (niet vrijblijvend) naar zijn mening en doe daar iets mee. Dat kan heel simpel online. Noem het maar de burgerbarometer. Bij grote projecten zou zelfs een referendum kunnen worden gehouden.
Het inmiddels 3 jaar voortdurende gepruts rond de mogelijke aanleg van een zonnepanelenpark in Finsterwolde is een triest voorbeeld van een volledig falende gemeenteraad. De gemeente trok 17.000 euro uit voor een draagvlakenquête, maar ondanks een eerdere toezegging, trekken de wethouders zich vervolgens niks aan van de uitkomst. Sterker nog, ze dreigden zelfs met aftreden [Dagblad 25-sept-2019]. De raad had hier haar tanden moeten laten zien richting de wethouders, maar het bleef vooral bij blaffen.
Met het opnemen van een paar burgers in een clubje waarin alleen maar gepraat mag worden, laat je als gemeente zien, dat je de mening van de burger nog steeds niet serieus neemt.

Om het begrip democratie in het Oldambt meer betekenis te geven, is er vooralsnog geen reden om burgers aan bestaande clubjes toe te voegen. Pak eerst de eigen gesloten cultuur aan zoals hierboven beschreven en voer bijvoorbeeld de burgerbarometer in. Handel dan ook naar de uitslag. Wedden dat er dan bijna geen ontevreden burgers meer zijn?

===========================================================================

Voor de liefhebbers nog wat extra informatie.

In 2016 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een rapport geschreven over het aanpassen van het huidige democratisch systeem op gemeentelijk niveau.
Titel  van het rapport luidt “Op weg naar een meervoudige democratie”.
Het is een wat ambtelijk verslag, maar wel goed leesbaar. [link]

Het rapport hanteert als referentie de invoering van het zogenaamde dualisme in 2002. Houdt in dat een wethouder geen deel meer uitmaakt van de gemeenteraad en dus ook niet over zijn eigen voorstel kan stemmen. Een nog belangrijker punt is wel, dat de raad niet meer meebestuurt, maar juist een controlerende functie heeft.
Hier wat interessante quotes uit het rapport, die zeker ook van toepassing zijn op de gemeente Oldambt.

Pag 20: over de invoering van het dualisme in 2002

De actieve deelname van inwoners aan het lokale bestuur lijkt niet, in ieder geval niet substantieel te zijn toegenomen. Anders dan de bedoeling was, lijkt de raad zich zelfs meer op het college(beleid) te richten, met als gevolg dat deze organen vooral ‘met elkaar’ bezig zijn. Het algemeen belang waaraan raad en college hun bijdrage hebben te leveren, lijkt daarbij naar de achtergrond te verdwijnen. Dat was zeker niet de bedoeling.
Ook de rolscheiding tussen raad en college pakt niet altijd goed uit. Terwijl de bedoeling was dat juist het politieke debat in de raad de interesse van de burger tot nieuwe hoogten zou moeten opstuwen lijkt het tegendeel het geval. Burgers vragen niet om meer politiek maar om meer democratie.

 

Pag 21: rol ambtenaar

Ook de rol en positie van de ambtenaar vraagt aandacht. Als werkwijze en structuur van het bestuur meer verscheidenheid vraagt, moet dat ook gevolgen hebben voor de rol en de positie van de ambtenaar. Nu is de ambtenaar slechts dienaar van het gemeentebestuur. Maar in de praktijk werkt hij voor de samenleving zonder dat hij daaraan verantwoording aflegt of verantwoordelijk wordt gehouden.

 

Pag 27: vertrouwen in de lokale politiek

We moeten vaststellen dat het vertrouwen in de instituties van de representatieve democratie bij grote groepen van de bevolking sinds de dualisering niet is toegenomen. Sterker nog, spanningen in de samenleving hebben zich verdiept, de maatschappelijke polarisatie is toegenomen, de lokale politiek is  meer versplinterd dan ooit, en dit alles tegen een achtergrond van de opkomst van sociale media. Het heeft geleid tot een lokale politiek die turbulenter is dan vijftien jaar geleden kon worden voorzien. Dit stelt de bestaande instituties voor grote nieuwe uitdagingen, en de centrale vraag is of deze organen in hun rollen en posities voldoende zijn toegerust om in deze samenleving van toenemende spanningen te verbinden en te luisteren.

 

Pag 28: verhouding gemeenteraad versus college van B & W

Representatieve en participatieve democratie vormen geen zero-sum-game, maar kunnen elkaar versterken. Voor de gemeenteraad betekent dit een in veel grotere mate open staan voor en toegankelijk zijn voor burgers. De representatieve democratie kan alleen vorm krijgen in verbinding met de participatieve en maatschappelijke democratie. De praktijk lijkt echter een heel andere.
Raden zijn, weggedrukt door het college, veelal procesmatiger gaan werken, en lijken het accent zelfs meer dan voorheen op hun verhouding tot het college te richten. Hun controle op het college is niet extern vanuit de volksvertegenwoordigende rol geïnspireerd, maar lijkt vaak naar binnen gekeerd als tegenover elkaar staande  organen. Het dualisme lijkt soms te zijn veranderd in een intern gericht wij-zij denken tussen raad en college, met vanuit de raad pleidooien voor de versterking van de eigen positie en de opbouw van een eigen ondersteunend apparaat als ware het een moderne wapenwedloop.

 

Pag 30: zelfstandige opererende ambtenaren

Denkbaar is ook dat, vanuit maatschappelijke opgaven geredeneerd, ambtenaren niet langer uitsluitend in dienst van het college zijn, maar ‘publieke ambtenaren’ worden (civil servants dus). In dienst van de gemeenschap creëren zij publieke waarden. Over budget en opgaven maken zij afspraken met het college, op basis van wederzijds vertrouwen. Deze ambtenaren zijn dan niet zozeer verbonden aan één orgaan maar georganiseerd en zichtbaar rondom een maatschappelijke opgave. Daar hoort ook eigenstandige publieke verantwoordelijkheid bij (zoals in het buitenland ook wel het geval is, bijvoorbeeld in Canada en Denemarken).