Dit is een bijlage bij het artikel “Zwembad en sporthal De Hardenberg Finsterwolde” – deel 2.

Omnisportcomplex – Vervanger Hardenberg ?
Volgens het besluit van de gemeenteraad op 28 september 2022 worden het zwembad en sporthal gesloten. [complete raadsbesluit hier – doorscrollen naar pagina 4] Voor de goede orde. Het bestaande, goed onderhouden zwembad en sporthal (20 jaar oud) zou mogelijk moeten worden afgebroken met als gevolg dat er geen enkele overdekte sportfaciliteit meer is.

Het raadsbesluit is echter niet helder. De punten 5 en 6 roepen verwarring op.
Citaat raadsbesluit punt 5 en 6

5. Samen met betrokkenen en belanghebbenden te werken aan een duurzame en toekomstbestendige Omni-sportlocatie voor heel Oldambt. Deze Omni-sportlocatie dient in ieder geval, ter vervanging van huidige verouderde sportvoorzieningen, een nieuw overdekt zwembad en een nieuwe sporthal te bevatten. Dit vast te leggen in een ambitiedocument Sportvoorzieningen, dat uiterlijk 1 juli 2023 door de raad wordt vastgesteld.
Het zwembad De Watertoren te sluiten nadat een nieuw overdekt zwembad is gerealiseerd. Na het besluit over sluiting van sporthal en zwembad De Hardenberg op de kortst mogelijke termijn te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de sporthal en het zwembad open te houden door partijen anders dan de gemeente.

6. Een krediet van 200.000 euro beschikbaar te stellen voor het uitwerken van het geboden perspectief. Het bedrag te dekken door een incidentele onttrekking van 200.000 euro aan de reserve cofinanciering investeringen.

Als ik dit goed lees, wordt er over twee verschillende zaken gesproken.
1 – De bouw van een omni-sportcomplex met minimaal een zwembad en sporthal.
Het gaat hierbij om vervanging van onder andere zwembad de Watertoren en de sporthal aan de Stikkerlaan. (Wordt ook bevestigd door het document “Startnotitie participatietraject sportvoorzieningen”, pagina 2.) Beide gebouwen staan in Winschoten. Het is een illusie om te denken dat dit buiten Winschoten gaat gebeuren.

2 – Sluiting van MFC De Hardenberg waarbij onderzocht gaat worden of het complex open kan blijven als het door een andere organisatie wordt geëxploiteerd dan de gemeente.

Bij punt 6 wordt gesproken over “uitwerken van het geboden perspectief”, maar welk perspectief is dat dan? De bouw van een omni-sportcomplex en/of het openhouden van de Hardenberg door een andere partij dan de gemeente? Voor dat laatste heb je toch geen 2 ton nodig? Geef dat dan gelijk aan de nieuwe exploitant.

Al met al is dit een verwarrend raadsbesluit waar je alle kanten mee op kunt.


Omnisportcomplex – foute argumenten
De argumenten voor een omni-sportcomplex in het algemeen zijn verkeerd. Er wordt niet uitgegaan van wat de inwoners van de gemeente willen, maar wat het de gemeente kost. Uiteraard is er een relatie tussen die twee, maar het uitgangspunt zou toch de wensen van de burger moeten zijn.
Wat zegt de gemeente daarover?

Het realiseren van Omni-sportparken, nieuwbouw of renovaties vraagt om incidentele financiële middelen. Uitgangspunt bij al deze vraagstukken is, dat het initiatief bij de verenigingen/gebruikers zelf ligt.

(Bron: document “Visie op sportvoorzieningen“, pagina 11 )

Dat is een discutabele opmerking. Geen enkele vereniging zal vrijwillig haar zelfstandigheid opgeven om met andere clubs te gaan samenwerken in een omni-sportcomplex. Wanneer de gemeente de subsidie aan een club verlaagt of helemaal afschaft, wordt men min of meer gedwongen tot een dergelijk samenwerkingsverband. Dat heet slikken of stikken.

Het behoud van zelfstandigheid is voor sportverenigingen een groot goed. Dat bleek al uit de sportnota van 2011. Nota staat [hier].
Tijdens een door de gemeente georganiseerde bijeenkomst met sportclubs uit het Oldambt kregen de aanwezigen vier scenario’s voorgelegd [hier overzicht betreffende pagina’s].
De voorkeur bleek uit te gaan naar scenario 2 (samenwerking tussen de verenigingen verbeteren) en in mindere mate scenario 3 (combineren van verenigingen en accommodaties).
Een belangrijke argument om te kiezen voor scenario 2 is het behoud van zelfstandigheid.

Voor het door de gemeente gewenste scenario van centraliseren (omni-sport) waarbij in de gemeente een beperkt aantal voorzieningen wordt opgezet, bleek weinig animo te zijn.

Nu, ruim 10 jaar later, wordt het centraliseren van sportvoorzieningen in een omni-sportcomplex weer door de gemeente aangevoerd als de oplossing voor sportverenigingen.

Citaat:

In de kadernota 2020 is al aangegeven dat met de bezuinigingen op de sport tegelijkertijd een forse stap voorwaarts gezet wordt voor de realisatie van omni-sportaccommodaties. De startnotitie hiervoor is nu gereed en aan de raad voorgelegd. Reden hiervoor is dat er al enige tijd wordt er gesproken om één of meer omni-sportaccommodaties te gaan realiseren.

(Bron: Startnotie Programma omni-sportaccommodaties 2020 – pagina 2)

Bezuinigen op sportaccomodaties zien als een stap voorwaarts om een omni-sportcomplex te realiseren is wel een heel erg kromme manier van denken.

Vervolgens worden er allerlei argumenten en voorwaarden aangevoerd waarom er gewerkt zou moeten worden aan één of meer omni-sportcomplexen en welke gevolgen dat heeft. Bijvoorbeeld:

1 – Bereikbaarheid:

Minder sportvoorzieningen zal er toe leiden dat sporters verder moeten reizen.

2 – Aanbod sportaccommodaties:

Een omni-sportaccommodatie is alleen betaalbaar waneer een aantal andere sportcomplexen wordt gesloten.

3 – Beheer en exploitatie omni-sportaccommodatie:

Voor het beheer en exploitatie van omni-sportcomplex is het nodig om gespecialiseerd beheer in te huren.

4 – Gebruik:

Voor de optimale exploitatie is het noodzakelijk dat de omni-sportaccommodatie intensief gebruikt wordt, dus maximaal overdag, in de avond en het weekeinde. Dit betekent dat gebruikers zich flexibel moeten opstellen en ‘historische rechten’ (gebruikstijden, eigen accommodaties) niet kunnen blijven bestaan.

Al met al nou niet bepaald punten die pleiten voor het samenvoegen van verenigingen of deelname aan een omni-sportcomplex. En dan is een belangrijk punt nog niet eens genoemd, de kantine.

Dat is het hart van de club en wordt gerund door vrijwilligers. De kantine is er niet alleen voor de sfeer en gezelligheid, maar ook de inkomsten. Bij een omni-sportcomplex is er in principe maar één gedeelde kantine. Punt 3 geeft al aan dat er voor het beheer van een omni-sportcomplex betaald personeel nodig is. Dat valt de kantine ook onder. Die inkomsten zijn er voor een club niet meer.

Dat verenigingen uit verschillende plaatsen gedwongen worden samen te werken, omdat die plaatsen toevallig in de gemeente Oldambt liggen, is al fout. De gemeente Oldambt is niks anders dan een bestuurlijke entiteit. Niemand voelt zich een Oldambtster, maar bijvoorbeeld wel een Winschoter, Beertster of Finsterwolmer. De lokale gemeenschap is wat mensen bindt, niet een bestuursvorm die van bovenaf is opgelegd en waar geen burger om gevraagd heeft. Bij een lokale gemeenschap horen voorzieningen als een basisschool, sporthal en als het even kan een zwembad. Dat zorgt voor binding en saamhorigheid.

Een omni-sportcomplex in bijvoorbeeld Blauwestad bindt niet, maar drijft mensen uit elkaar. Een hockeyer uit Winschoten en voetballer uit één van de dorpen zullen niet gauw samen een biertje aan de bar drinken. Daarvoor zijn de sociale status en maatschappelijke opvattingen veel te verschillend. Dat is helemaal niet erg. Maar probeer als gemeente niet te doen, of dat allemaal niet ter zake doet door iedereen in een omni-sportcomplex te drukken. En zeker niet in het dunst bevolkte woongebied.

De manier waarop sportclubs tot de herindeling in 2010 gesubsidieerd werden, wordt uitgebreid besproken op de pagina “financiering clubs tot 2010”.